Kleiduivenschieten
Het kleiduivenschieten is ontstaan uit de jacht. Al voor de uitvind- ing van vuurwapens werd er op gevogelte gejaagd. In een later stadium was het jagen voorbestemd voor de hogere klasse, die het schieten op duiven beoefende om hun schietvaardigheid op peil te houden.
In 1822 beschrijft men het kleiduivenschieten als een specifieke sport, die door een bijzondere klasse van sportmensen wordt beoefend, grote schietvaardigheid vereist en gelegenheid geeft tot het afsluiten van grote weddenschappen en het houden van wedstrijden.

Deze wedstrijden werden als volgt gehouden. In het schootsveld werden manden met duiven geplaatst. Deze manden waren door middel van een touw verbonden met een helper, die op commando van de schutter de manden opende, waardoor de duiven konden wegvliegen.

In de 19e eeuw werd deze 'sport' beoefend om grove weddenschappen af te sluiten. Bekend is dat in de Verenigde Staten van Amerika hierdoor miljoenen trekduiven zijn uitgeroeid, vergelijkbaar met grote aantallen bizons.

Onder invloed van diervriendelijke groeperingen is deze vorm van duivenschieten inmiddels bijna overal ter wereld verboden. In eerste instantie werd daarna geschoten op met veren gevulde glazen ballen ter grootte van een tennisbal. Later zijn dat de nu alom bekende kleiduiven geworden.


De Kleiduif
Een "kleiduif" is een schotelvormig geperst composiet van zand en milieuvriendelijke bindmiddelen of volledig van geperste klei. Dit voorwerp waarvan weer verschillende modellen bestaan, wordt door middel van een hand- of mechanisch gedreven machine weg geworpen.

Het doel van de schutter is het breken van die "duif" door middel van een hagelgeweer. Dergelijk geweren zijn ontworpen om een reeks bolvormige korreltjes af te vuren, hagel genoemd, waarmee de kleiduif tot op een afstand van ca. 50 meter tijdens de vlucht gebroken kan worden.

De Schietbaan
Kleiduivenschieten wordt beoefend op schietbanen. Dit kan gebeuren op permanente inrichtingen dan wel als een eenmalige activiteit op een willekeurige locatie. Voor permanente inrichtingen is altijd een milieuvergunning noodzakelijk.

Indien het een eenmalige schietactiviteit betreft, dient lokaal een ontheffing of toestemming verleend te worden, wat veelal op grond van de APV gebeurt. De schietinrichtingen worden onder andere gebruikt door een viertal soorten schutters, te weten: wedstrijdschutters, recreatieschutters, jagers en jachtsportschutters.

Wil je zelf eens kijken of deze sport iets voor je is, neem dan contact op met een schietvereniging welke je kunt vinden in de index voor internet van deze site.